We zijn dit project gestart vanuit de observatie dat op de markt de pers- en kraakwagens aan het einde van de dag al het overgebleven voedsel stonden te crushen. We zijn gaan vragen van ‘goh, hoeveel gaat er nou weg?’ Daarop reageerden die jongens van die wagens: ‘ja het is echt absurd, superzonde… maar ik kan het ook niet allemaal mee naar huis nemen’.
We hebben vervolgens een tijdje bij die wagens dingen uitgezocht die bruikbaar waren. Na een zomer nadenken over wat we konden doen stond uiteindelijk binnen een week Groenten Zonder Grenzen op poten. Wat ik heel leuk vind aan Rotterdam is dat als je hier iets op wilt zetten, en je hebt een goed idee, dan krijg je mensen mee en zetten ze hun schouders eronder. Het is niet lullen maar poetsen.
Vaak gaan mensen vragen stellen: ‘Kan dat wel?’, ‘Is dat wel hygiënisch?’. Toen we een tijd in Brazilië woonden werd er daar bijvoorbeeld regelmatig vrij negatief op gereageerd, “je gaat toch geen restvoedsel eten?”. Zelf ben ik ook best wel een kritisch persoon. Vanuit mijn medische achtergrond ben ik ook erg kritisch op voeding en gezondheid. Ik ben er wel van overtuigd dat zoveel mogelijk plantaardig eten het beste is voor mensen, maar wil tegelijkertijd niemand iets opdringen.
Via Groenten Zonder Grenzen kan ik er dan ook op een positieve manier mee bezig zijn. Dat helpt wel voor mijn eigen gemoedsrust. De naam verwijst overigens niet naar Artsen Zonder Grenzen, maar eerder naar de grenzeloze hoeveelheid reststromen. Ken je de getallen voor Rotterdam? 32,5 miljoen kilo voedsel per jaar. Daar kun je ruim 86.000 mensen voor een heel jaar mee voeden, met alleen de reststromen. Het grenzeloze slaat ook op dat iedereen welkom is. Maakt niet uit waar je vandaan komt, wie je bent, of welke taal je spreekt. Of je groenten haat of dat je fanatiek activistisch veganist bent, je bent gewoon welkom!