Ik heb een kritische houding als het gaat om wat ondernemingen en organisaties bijdragen aan de samenleving. Vanuit mijn verleden heb ik best wel wat dingen in de zorg en welzijn gezien, sommige mooi en andere minder. Ik doe onder andere werk op het gebied van verzekeringen en heb daarnaast een bedrijf waarmee ik ijsjes verkoop. Maar vooral vind ik het leuk om mensen te helpen en me in bepaalde zaken te verdiepen, zo draag ik mijn steentje bij aan een sociale, duurzame en betere wereld.
Ik kijk vaak naar programma’s als De Monitor, Keuringsdienst van Waarde en Zembla. Zulke programma’s laten zien dat sommige dingen mooi zijn aan de buitenkant, maar dat er achter de schermen iets niet pluis is. Vaak gaat het uiteindelijk toch weer om geld verdienen… Het mooie bij het Groenten Zonder Grenzen project vind ik dan ook dat we uiteindelijk geen betaalde krachten hebben, dat we niet ergens onder een hele grote organisatie vallen, en dat we geen grote subsidiepotten hebben. Het is allemaal puur vrijwilligers. De diversiteit aan mensen, ongedwongen sfeer, en gelijkheid zorgen ervoor dat iedereen mee kan en mag doen. We proberen er met zijn allen wat leuks van te maken.
Ik kwam GZG tegen toen ik eens in het buurtcentrum was. Vanuit mijn nieuwsgierigheid raakte ik in gesprek en vervolgens ben ik komen eten en later ook gaan helpen met koken. Nu hebben we onlangs ook een tweede locatie geopend, bij mij in de buurt in Schiedam. Wat mij trekt is het stukje ‘dingen samen doen’, daadwerkelijk het helpen van mensen die eenzaam zijn, ongezond eten, of weinig eten hebben. Daarnaast het bewust worden van wat we allemaal weggooien aan voedsel, maar ook het veganistisch eten. Al noem ik het liever plantaardig eten, dat klinkt wat minder radicaal. Ik had altijd wel het idee dat het lastiger was om zonder vis en vlees te eten, dat het minder lekker was, maar door GZG besef ik me dat dat echt niet waar is. Ik ben er nu van overtuigd dat plantaardig eten vermoedelijk gezonder en zeker duurzamer is dan de huidige massale bio-industrie.